Wie zin heeft in een culinaire retraite en gerust wat verse Alpenlucht lust, heeft er sinds kort een niet te versmaden optie bij. In het Zwitserse Fürstenau opende driesterrenchef Andreas Caminada een gastronomische herberg, recht tegenover zijn wereldvermaarde restaurant.
Fürstenau is een piepklein verstild stadje in het zuidoosten van Zwitserland. Er wonen goed driehonderdvijftig mensen in witgekalkte huizen, verdoken in de glooiingen van de Domleschg-vallei. Rondom tekenen zich machtige Alpenformaties af, die jaarlijks ontelbare wellness- en sportliefhebbers aantrekken. Toch is het natuurgeweld niet de enige redenen waarom Fürstenau en omgeving zo populair zijn. In het historisch centrum bevindt zich een van de meest gevierde eetgelegenheden van het land: Schloss Schauenstein, een sprookjesachtig 17de-eeuws kasteel in een gemanicuurde tuin, waar driesterrenchef Andreas Caminada de Zwitserse keuken heruitvindt. Sinds vorig jaar is aan die gastronomische pleisterplek ook een gloednieuwe herberg gekoppeld. De oude stallen recht tegenover het kasteel werden omgetoverd tot Casa Caminada. Gasten van het Schloss kunnen er de beleving met één of meerdere nachten verlengen. Vakantiegangers vinden er de ideale uitvalsbasis om de culturele en culinaire tradities van de streek te ontdekken. Behalve tien kamers beschikt Casa Caminada namelijk over een eigen restaurant, biobakkerij, gourmetwinkel en koffiebranderij. “Voor mij betekent de herberg veel meer dan een stijlvolle verblijfplek”, legt Andreas Caminada uit. “Vanaf het begin is het hoofddoel geweest om een boost te geven aan de buurt. Door op de locatie een aantal mooie ambachten te verenigen, kunnen we iets teruggeven aan het dorp. Casa Caminada moet een bindmiddel zijn voor Fürstenau. Voor bezoekers en reizigers, maar zeker ook voor de mensen die er wonen en werken.”
© Fabio Compagno
Artisanale architectuur
Fürstenau ligt in het kanton Graubünden. Zowat elk facet van Casa Caminada is geïnspireerd door de regio en het aanwezige vakmanschap. Dat komt in de eerste plaats tot uiting in de architectuur en het interieur. In tegenstelling tot het Schloss oogt de herberg relatief ingetogen en eenvoudig. Een bewuste keuze, om de drempel laag genoeg te houden. Ontwerper van dienst is Gion A. Caminada, naamgenoot en verre neef van Andreas, maar bovenal Zwitsers cultarchitect, befaamd om zijn uitgekiende woonoplossingen in bergachtige gebieden. Hij creëerde een eigentijds gebouwensemble dat naadloos opgaat in de alpine dorpsomgeving.
Bijzondere aandacht ging uit naar de integratie van bestaande elementen en typische materialen uit de buurt. Oorspronkelijke stalstructuren zoals plafondbalken en massieve hoekpilaren bleven intact. Vloeren werden gemaakt van larikshout uit de streek. Meubilair is van de hand van plaatselijke timmerlieden.
“We hebben voortgebouwd op de bestaande basisstructuur van de stallen, omdat die integraal deel uitmaakt van het eeuwenoude stadsnetwerk”, vertelt Andreas Caminada. “Maar we wilden het verleden ook niet te veel romantiseren. Het gaat ons om het heden. Het belangrijkste was te bouwen met hout en stenen van hier, met aandacht voor het milieu, de cultuur en geschiedenis van Fürstenau en omgeving. Alle materialen zijn afkomstig uit de streek of op zijn minst verwerkt door lokale ambachtsmensen.”
De gastenkamers zijn intieme en beheerst gedecoreerde ruimtes die rust en geborgenheid uitstralen. Hout, baksteen en gestuct beton domineren het materialenpalet. En ook het daglicht krijgt overal vrij spel, terwijl het overweldigend Alpenlandschap er vanuit alle hoeken bij betrokken wordt. “Casa Caminada is nuchter en tijdloos ontworpen: veel licht en zicht, kwaliteitsmeubilair, duurzame materialen. Alles is teruggebracht tot de essentie om er een rustgevende, uitnodigende plek van te maken.”
Hart van Fürstenau
Andreas Caminada beschouwt zijn herberg als een trefpunt van de lokale eetcultuur. Een ontmoetingsplek die de gemeenschap van Fürstenau verenigt en doet heropleven. Het eigen restaurant biedt een volks alternatief voor de avant-gardistische gastronomie van het Schloss. Je eet er typische streekgerechten zoals ravioli van gedroogde peren, op de steenoven gebakken walnotentaart of rollades van snijbiet gevuld met pasta en spek. Stuk voor stuk eenvoudige comfortfood die de culinaire tradities van Graubünden een podium biedt. Daarnaast brandt Casa Caminada zijn eigen koffie en worden er regionale specialiteiten verkocht. In de buik van het pand bevinden zich een voorraadkelder met ingemaakte groenten en fruit, en rijpingskamers voor kaas en charcuterie.
En dan is er de verleidelijke geur van de bakkerij. Wie ’s ochtends vroeg genoeg de Casa binnenkomt, kan de bakker het deeg zien kneden op een enorme beukenhouten tafel. Niet veel later gaat het de stenen houtskooloven in. Voor Andreas Caminada is de plek het epicentrum van zijn herberg. “Ik moest koste wat het kost een bakkerij hebben. Brood brengt mensen bijeen en daar is het mij uiteindelijk om te doen”, zegt hij.
Als brood mensen samenbrengt, heeft Fürstenau met Casa Caminada een nieuw kloppend hart. Hoog tijd om er het onze aan op te halen.
In de bossen rond Kortrijk bouwde interieurarchitecte Stéphanie Laperre een nieuwe woning voor zichzelf en haar gezin. Het resultaat is een L-vormig paviljoen, geïnspireerd door de weelderige natuur errond en het ambachtelijk minimalisme waar ze zo wild van is.
Stéphanie Laperre en haar man woonden vroeger in het centrum van Kortrijk. Om de drukte te ontvluchten, gingen ze geregeld wandelen in het Bellegembos, gelegen in de groene stadsrand. “Op een bepaald moment vernamen we dat er in een van de wijken iets te koop stond”, vertelt Laperre. “Mijn echtgenoot had al een paar keer aangegeven weg te willen uit de stad, dus gingen we kijken. Het bleek een bouwwerf te zijn die was stilgelegd door een juridisch geschil. Echt een prachtig project, ook al was de ruwbouw nog maar deels opgetrokken. De manier waarop het gebouw zich verbond met de natuur was exact hoe we het ook zelf zouden doen. En dan zo’n locatie, midden in de bossen waar we zo vaak kwamen. We waren direct verkocht.”
Modernistisch paviljoen
Laperre sprak een bevriende architect aan die hielp bij de technische aspecten van de bouw. Samen ontwierpen ze een paviljoenwoning met één verdieping. “Het oorspronkelijke idee was om het ontwerp op de bestaande funderingspalen te baseren. Uiteindelijk hebben we er toch wat mee gespeeld. De originele vorm was een U. Wij hebben er een L van gemaakt en op het ene been een bovenbouw geplaatst. Daar bevinden zich nu de slaapkamers.”
De bossen van Bellegem staan bekend om hun interessante verzameling modernistische woningen. In de buurt staan er verschillende bungalows uit de jaren vijftig en zestig. Laperres nieuwe huis sluit daar qua typologie heel mooi bij aan. “Veel mensen uit de stad hebben hier midden vorige eeuw een buitenverblijf gebouwd”, vertelt ze. “Het zijn bijna allemaal paviljoenachtige gebouwen die natuurlijk opgaan in het groen. Het stond snel vast dat we iets soortgelijks wilden realiseren. In zo’n context kan je geen zadeldakwoning of blokkendoos neerzetten.”
De rechtlijnige paviljoenarchitectuur haalt inspiratie bij modernisten als Philip Johnson, Ludwig Mies Van der Rohe en de case study houses van Richard Neutra. Vooraan scheidt een langgerekte tuinmuur de overdekte carport van de inkom, die zich bevindt in de elleboog van de L. De luifel loopt door tot aan de entree, zodat je ‘droog’ binnenkomt. Vandaar ga je links richting het salon en een tweede zithoek, en rechtdoor naar een open bureauruimte en een riante keuken. “Eigenlijk was het niet de bedoeling om zo’n grote keuken te voorzien”, geeft Laperre aan. “Initieel zou ze komen op de plaats waar zich nu het salon bevindt. Maar ik wilde graag ‘s morgens zon in de keuken. Door de positie van de bovenbouw was dat niet mogelijk. Er bleef uiteindelijk maar één optie over, wat achteraf gezien een veel betere en praktische keuze is geweest. Bovendien heb je hier een mooi zicht op het zwembad dat iets lager is gelegen. Het huis is gebouwd op een sokkel die de de natuurlijke glooiing van het terrein opvangt. Op andere plaatsen is de connectie met het zwembad bewust veel minder sterk. Zo’n zwembad hoeft niet te overheersen in de woonbeleving.”
Connectie met natuur
Waar je ook komt in het huis, overal ontstaan er doorzichten naar andere ruimtes, de tuin of de omliggende natuur. “Je hebt hier altijd visueel contact met elkaar, zelfs als je niet in dezelfde ruimte bent”, verduidelijkt Stéphanie Laperre. “Het ontwerp is erg open, maar schenkt ook een bepaalde intimiteit en geborgenheid. Er zijn stille hoekjes voorzien om je in alle rust terug te trekken. Tegelijk zie je tijdens elk seizoen de natuur evolueren. Niet alleen in de tuin, maar ook in de omliggende weides. Je ziet de gewassen veranderen, de boeren oogsten. Hele families komen dan helpen op het land. Ik vind het boeiend om daar naar te kijken. Het zijn dingen waar ik voorheen nooit bij had stilgestaan.”
Functionaliteit, comfort en beleving lopen in de woning moeiteloos over in elkaar. Volgens Laperre mag het praktische nooit onderdoen voor het esthetische. “Het functionele is heel belangrijk in mijn ontwerpen”, zegt ze. “Dit is een woning waar over elk detail is nagedacht. Hoe je toekomt met de auto, waar je je schoenen uitdoet, hoe je mensen ontvangt: het zit allemaal logisch in elkaar. Schoonheid is belangrijk, maar een gebouw moet voor je werken. Om je echt goed te voelen in je huis moet het volledig aangepast zijn aan je manier van leven.”
Ambachtelijke materialen
Binnen de natuurlijke context van bossen en weiden is gekozen voor een artisanale afwerking. De woning is opgetrokken in bleke gechipperde baksteen, als verwijzing naar de witgeschilderde villa’s uit de buurt. Karaktervolle stalen ramen en ter plaatse gestorte betonnen luifels vervolledigen het authentieke gevelbeeld. “Als je het huis voor de eerste keer ziet, verwacht je niet dat het er nog maar enkele jaren staat”, zegt Laperre. “Ik wilde een naturelle, ambachtelijke uitstraling. De sfeer is rustig en ingetogen, maar ook warm en huiselijk. Er is enkel gekozen voor echte materialen en kleuren die in de natuur zitten.”
Hout domineert. Op de vloeren ligt een eiken parket, het maatwerk bestaat veelal uit notelaar. Verder komen accenten van blauwe hardsteen, linnen en leder terug. De muren zijn dan weer bewerkt met een speciale kalkverf met een warme betonachtige look. In de interieurkeuzes werd Laperre bijgestaan door haar partner in crime Daphne Daskall. Samen werkten ze jarenlang voor Vincent Van Duysen. Tot ze vijftien jaar geleden beslisten om een eigen bureau op te richten, Studio Daskall Laperre. “Daphne heeft meer kennis over afwerkingen en materialen, terwijl ik me eerder toeleg op de indeling van de ruimtes. Die symbiose werkt heel goed voor ons. Het groene marmer in de keuken bijvoorbeeld is Daphnes keuze. Daar heeft ze mij even van moeten overtuigen. Maar het resultaat is geslaagd. Het groen is een mooie verwijzing naar de bossen hier.”
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio