In de bossen rond Kortrijk bouwde interieurarchitecte Stéphanie Laperre een nieuwe woning voor zichzelf en haar gezin. Het resultaat is een L-vormig paviljoen, geïnspireerd door de weelderige natuur errond en het ambachtelijk minimalisme waar ze zo wild van is.
Stéphanie Laperre en haar man woonden vroeger in het centrum van Kortrijk. Om de drukte te ontvluchten, gingen ze geregeld wandelen in het Bellegembos, gelegen in de groene stadsrand. “Op een bepaald moment vernamen we dat er in een van de wijken iets te koop stond”, vertelt Laperre. “Mijn echtgenoot had al een paar keer aangegeven weg te willen uit de stad, dus gingen we kijken. Het bleek een bouwwerf te zijn die was stilgelegd door een juridisch geschil. Echt een prachtig project, ook al was de ruwbouw nog maar deels opgetrokken. De manier waarop het gebouw zich verbond met de natuur was exact hoe we het ook zelf zouden doen. En dan zo’n locatie, midden in de bossen waar we zo vaak kwamen. We waren direct verkocht.”
Modernistisch paviljoen
Laperre sprak een bevriende architect aan die hielp bij de technische aspecten van de bouw. Samen ontwierpen ze een paviljoenwoning met één verdieping. “Het oorspronkelijke idee was om het ontwerp op de bestaande funderingspalen te baseren. Uiteindelijk hebben we er toch wat mee gespeeld. De originele vorm was een U. Wij hebben er een L van gemaakt en op het ene been een bovenbouw geplaatst. Daar bevinden zich nu de slaapkamers.”
De bossen van Bellegem staan bekend om hun interessante verzameling modernistische woningen. In de buurt staan er verschillende bungalows uit de jaren vijftig en zestig. Laperres nieuwe huis sluit daar qua typologie heel mooi bij aan. “Veel mensen uit de stad hebben hier midden vorige eeuw een buitenverblijf gebouwd”, vertelt ze. “Het zijn bijna allemaal paviljoenachtige gebouwen die natuurlijk opgaan in het groen. Het stond snel vast dat we iets soortgelijks wilden realiseren. In zo’n context kan je geen zadeldakwoning of blokkendoos neerzetten.”
De rechtlijnige paviljoenarchitectuur haalt inspiratie bij modernisten als Philip Johnson, Ludwig Mies Van der Rohe en de case study houses van Richard Neutra. Vooraan scheidt een langgerekte tuinmuur de overdekte carport van de inkom, die zich bevindt in de elleboog van de L. De luifel loopt door tot aan de entree, zodat je ‘droog’ binnenkomt. Vandaar ga je links richting het salon en een tweede zithoek, en rechtdoor naar een open bureauruimte en een riante keuken. “Eigenlijk was het niet de bedoeling om zo’n grote keuken te voorzien”, geeft Laperre aan. “Initieel zou ze komen op de plaats waar zich nu het salon bevindt. Maar ik wilde graag ‘s morgens zon in de keuken. Door de positie van de bovenbouw was dat niet mogelijk. Er bleef uiteindelijk maar één optie over, wat achteraf gezien een veel betere en praktische keuze is geweest. Bovendien heb je hier een mooi zicht op het zwembad dat iets lager is gelegen. Het huis is gebouwd op een sokkel die de de natuurlijke glooiing van het terrein opvangt. Op andere plaatsen is de connectie met het zwembad bewust veel minder sterk. Zo’n zwembad hoeft niet te overheersen in de woonbeleving.”
Connectie met natuur
Waar je ook komt in het huis, overal ontstaan er doorzichten naar andere ruimtes, de tuin of de omliggende natuur. “Je hebt hier altijd visueel contact met elkaar, zelfs als je niet in dezelfde ruimte bent”, verduidelijkt Stéphanie Laperre. “Het ontwerp is erg open, maar schenkt ook een bepaalde intimiteit en geborgenheid. Er zijn stille hoekjes voorzien om je in alle rust terug te trekken. Tegelijk zie je tijdens elk seizoen de natuur evolueren. Niet alleen in de tuin, maar ook in de omliggende weides. Je ziet de gewassen veranderen, de boeren oogsten. Hele families komen dan helpen op het land. Ik vind het boeiend om daar naar te kijken. Het zijn dingen waar ik voorheen nooit bij had stilgestaan.”
Functionaliteit, comfort en beleving lopen in de woning moeiteloos over in elkaar. Volgens Laperre mag het praktische nooit onderdoen voor het esthetische. “Het functionele is heel belangrijk in mijn ontwerpen”, zegt ze. “Dit is een woning waar over elk detail is nagedacht. Hoe je toekomt met de auto, waar je je schoenen uitdoet, hoe je mensen ontvangt: het zit allemaal logisch in elkaar. Schoonheid is belangrijk, maar een gebouw moet voor je werken. Om je echt goed te voelen in je huis moet het volledig aangepast zijn aan je manier van leven.”
Ambachtelijke materialen
Binnen de natuurlijke context van bossen en weiden is gekozen voor een artisanale afwerking. De woning is opgetrokken in bleke gechipperde baksteen, als verwijzing naar de witgeschilderde villa’s uit de buurt. Karaktervolle stalen ramen en ter plaatse gestorte betonnen luifels vervolledigen het authentieke gevelbeeld. “Als je het huis voor de eerste keer ziet, verwacht je niet dat het er nog maar enkele jaren staat”, zegt Laperre. “Ik wilde een naturelle, ambachtelijke uitstraling. De sfeer is rustig en ingetogen, maar ook warm en huiselijk. Er is enkel gekozen voor echte materialen en kleuren die in de natuur zitten.”
Hout domineert. Op de vloeren ligt een eiken parket, het maatwerk bestaat veelal uit notelaar. Verder komen accenten van blauwe hardsteen, linnen en leder terug. De muren zijn dan weer bewerkt met een speciale kalkverf met een warme betonachtige look. In de interieurkeuzes werd Laperre bijgestaan door haar partner in crime Daphne Daskall. Samen werkten ze jarenlang voor Vincent Van Duysen. Tot ze vijftien jaar geleden beslisten om een eigen bureau op te richten, Studio Daskall Laperre. “Daphne heeft meer kennis over afwerkingen en materialen, terwijl ik me eerder toeleg op de indeling van de ruimtes. Die symbiose werkt heel goed voor ons. Het groene marmer in de keuken bijvoorbeeld is Daphnes keuze. Daar heeft ze mij even van moeten overtuigen. Maar het resultaat is geslaagd. Het groen is een mooie verwijzing naar de bossen hier.”
Op Sri Lanka transformeerden de Belgische architecten Wendy Saunders en Vincent de Graaf een oude visserswoning tot een L-vormige vakantievilla. Twee hoeveachtige structuren, opgetrokken in beton, teak en graniet geven zich volledig over aan de vrije natuur errond. “Gasten kijken wel eens raar op als er plots apen opduiken in de tuin.”
Hoe dichter je bij het water komt, hoe meer je de wind voelt aanzwellen. Zandkorrels stuiven op. Golven bijten zich stuk op de donkere rotspartijen die vanaf het strand de zee doorklieven. “Een beetje wind moet je er op deze plek altijd bijnemen”, zegt Wendy Saunders. “We zitten hier niet ver van Dikwella, een van de belangrijkste surfspots in de buurt.”
Die buurt is de uiterste zuidpunt van Sri Lanka. Mangrovewoud vloeit er over in honingkleurige stranden. Vissers zitten er op palen in het water, terwijl hun sloepen rondslingeren tussen de palmen. Een beeld dat ook aanwezig is in het afgelegen baaitje in Kottegoda, waar Saunders en haar man Vincent de Graaf vorig jaar een dromerige vakantievilla bouwden. Beiden zijn de drijvende kracht achter AIM Architecture, een Belgisch bureau dat werkt vanuit Shanghai. Tien jaar geleden reisden ze voor het eerst naar Sri Lanka. Sindsdien is het koppel verliefd geworden op het land.
“Vanaf de eerste kennismaking heeft Sri Lanka ons betoverd, ook op architecturaal vlak”, vertelt Vincent de Graaf. “Iedereen kent Geoffrey Bawa en zijn tropisch modernisme. Maar als je wat verder kijkt, is er zoveel kennis en ambacht aanwezig. We waren het er vrij snel over eens dat we er ooit iets wilden proberen. Uiteindelijk zijn we tijdens een van onze trips op dit stuk grond gestuit: een tropisch bos aan het strand, waar een oude visserswoning stond. Toen we het kochten, was het nog onzeker wat we precies wilden doen. Het finale idee heeft pas later vorm gekregen, nadat een bevriend architectenkoppel interesse toonde voor ons project. De man, Peter Eland, runt inmiddels de architectuurdivisie bij Norm Architects in Kopenhagen, waardoor het finaal een Belgisch-Chinees-Deens onderonsje is geworden.”
Twee karakters
K House, zoals het project gedoopt werd, bevindt zich aan het einde van een groene laan, genesteld in een wilde tuin met palmbomen en weelderige vegetatie. Af en toe merk je het geritsel van dieren tussen het gebladerte. “Normaal gezien hangt hier een leguaan rond”, glimlacht Vincent de Graaf. “Geen nood, die doet niets. Maar vanaf het begin was dit wel het grote uitgangspunt: de woning moest zich aanpassen aan de natuur en niet omgekeerd. Bezoekers zijn soms verbaasd als er plots apen opduiken rond de huizen. Dat is even wennen, maar die directe confrontatie maakt mee de beleving uit van dit project.”
De link met het landschap is door de architecten heel subtiel benaderd. De vakantievilla bestaat uit twee hoeveachtige structuren: East House en West House, die samen een L vormen rond een gemeenschappelijke tuin met zwembad. “Elk gebouw heeft een eigen karakter en energie, en maakt op zijn manier connectie met de natuur: het ene is heel extrovert, het andere eerder introvert”, legt Wendy Saunders uit.
Het oostelijke pand topt een heuvel en opent zich integraal naar de Indische Oceaan. Daar staat het buitenleven centraal. Grote buitenruimtes en terrassen inviteren de natuur in het gebouw. Je doucht er ook in open lucht met zicht op een privétuin. Het westelijke huis ligt dan weer parallel met de zee, teruggetrokken en beschut door de bomen. De leefruimtes zijn eerder besloten, al ontstaan er langs vouwdeuren ook prachtige doorzichten naar de tuin, met het opspattende water als orgelpunt.
“De positie van de originele visserswoning is bepalend geweest voor de inplanting”, verduidelijkt de Graaf. “Volgens de tsunami-wetgeving moeten nieuwe gebouwen minimaal 30 m van de strandlijn staan. Het oude gebouwtje stond veel dichter. Door die footprint te gebruiken, konden we de beleving van de oostelijke woning heel dicht bij de zee brengen. Het verschil in setting met het andere huis zorgt voor een aangename dynamiek: er is voldoende plaats om samen te zijn met je compagnie, maar ook om even te ontsnappen aan elkaar.”
Traditie, textuur en tactiliteit
De huizen liggen een stap hoger dan de tuin, de slaapkamers verheffen zich op hun beurt ten opzichte van de terrassen. Het zijn hoogteverschillen die nuance aanbrengen in de schijnbaar onbelemmerde verbintenis tussen binnen en buiten: je bent één met de natuur, maar in huis zit je ook veilig en beschermd. Een idee dat ook weerkeert in het materiaalgebruik. Elementaire materialen zoals hout, steen en cement verzachten de overgang tussen gebouw en omgeving. Zo goed als alles is afkomstig van lokale ambachtslui, waaronder steenhouwers en houtbewerkers. “We hebben zoveel mogelijk de tradities van hier willen aanspreken”, zegt Vincent de Graaf. “De bouwers in Sri Lanka zijn ongelofelijke vakmensen. Het verwerken van allerlei vormen van gepolijst beton bijvoorbeeld is hier een echte specialiteit. De buitengevels, binnenmuren en -vloeren zijn daar volledig mee bekleed.”
De grijze gevels combineren met gerecyclede terracotta pannen op het dak. Louvredeuren van inheemse teak en granieten terrassen vervolledigen het gevelbeeld. Glas is er niet gebruikt, aangezien het klimaat vraagt om ventilatie. Al die elementen samen verlenen de huizen een bijzondere sfeer en tactiliteit, die nog worden versterkt door de schaduwtekeningen vanaf de tuin. “We werken bewust met weinig materialen die we tonen zoals ze echt zijn: puur, minimaal bewerkt”, aldus Wendy Saunders. “Die verschillende texturen blenden heel mooi met elkaar: je hebt het ruwe graniet nodig om het gladde cement optimaal tot zijn recht te laten komen.”
Ook binnen valt de combinatie op van structuren en texturen, van lokaal ambacht en inheemse traditie. Teakhouten banken, tafels en stoelen met geweven rieten zittingen werden allemaal ter plaatse gemaakt. Objecten, kunst en decoratie voegen een extra dimensie toe: lokale schilderingen, in de buurt gevonden houtblokken, ronde gewassen stenen, houten schalen. Vincent de Graaf: “Het zijn details als deze die ziel brengen in een ontwerp. Objecten zoals de stenen en schalen geven het een menselijk aspect, los van het grote gebaar van de architectuur. Ze voegen een extra laag toe die de huizen op een organische, ongedwongen manier in de natuur plaatst.”
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio