Het lijken wel twee woningen in elkaar: een donkere houten chalet die met beide voeten in een strakke betonnen balk staat. In Laarne renoveerde Hulpia Architecten een verweerde bungalow tot een elegante trompe-l'oeil. “We hebben het oude landhuis geherinterpreteerd en als het ware in een rechte box geplaatst.”
In Plan Magazine 11, foto's Alejandro Rodriguez
Initieel wilden ze boven wonen. Vanwege het fantastische panorama: zover het oog reikt is het landschap bedekt met velden en weilanden. Een jong koppel uit Laarne had enkele jaren geleden een oud villaatje gekocht. Een typische bungalow uit de jaren zestig met een licht hellend dak, klaar voor de sloop. Die wilden ze omtoveren tot een moderne woonst met een hoog Ibiza-gehalte: strak afgelijnde volumes, witte gevels, accenten van breuksteen. “De woning moest een vakantiegevoel uitstralen”, herinnert architect Dirk Hulpia zich. “De context was er in elk geval naar. Alleen lag het perceel ook in zonevreemd gebied. Daardoor waren we verplicht om binnen een bepaalde oppervlakte te bouwen. De leefruimte kon dus nooit naar de verdieping verhuizen. Bovendien verplichte de gemeente ons om het landelijke karakter enigszins te bewaren. Na veel geprobeer en getouwtrek is uiteindelijk het idee ontstaan om twee woningtypes in één gebouw onder te brengen: een langgerekte balk voor de dagdelen met daarop een teruggetrokken volume onder een hellend dak voor de slaap- en badkamer.”
Lichtgrijs imitatiebeton en zwart gebeitst hout scheiden beide delen visueel van elkaar. Van buitenaf lijkt het alsof het oude huis in het nieuwe is geplaatst: de houten lattenbekleding accentueert de vroegere bungalow, die ogenschijnlijk in een rechte moderne box staat. “Kijk, op dit beeld kan je het goed zien”, wijst Dirk Hulpia naar een frontaal zicht van de villa. “De zwarte latjes lopen vanaf het dak gewoon door tot in de balk, waardoor je de contouren verkrijgt van een klassieke zadeldakwoning. Aan de achterkant van de villa gebeurt exact hetzelfde, alleen zijn het daar glas en aluminium die de aflijning van de houten puntgevel volgen.”
Verhoogd wonen zat er dan wel niet in, verheven is de woning wel. Het perceel ligt in waterziek gebied. Bij veel regen is er het risico dat er water binnenstroomt. Het gebouw is daarom enkele tientallen centimeters opgehoogd, waardoor er een plateau ontstaat waarop de woning rust. Aan de voorzijde is het balkvolume bovendien ingesneden. Die insnijding creëert niet alleen een overdekte inkom, ze schenkt het balkvolume een paviljoenachtig aanschijn. Een beeld dat nog versterkt wordt als je om de woning heen draait. Daar is het gebouw via grote glaspartijen opengetrokken richting de tuin en velden. Waar de chalet en het balkvolume elkaar raken, snijdt het gebouw opnieuw naar binnen om ruimte te maken voor een terras met een grote luifel. “In het oorspronkelijke ontwerp vertrok die gewoon vanuit het balkvolume zelf”, werpt Hulpia op. “Jammer genoeg hebben we hem van de gemeente moeten loskoppelen en apart plaatsen. Anders waren de eenheid en het paviljoengevoel achteraan nog sterker geweest.”
“Door te ademen zet je je zintuigen op scherp en laat je de koude toe. Je laat je gedachten los en voelt en absorbeert wat er in je lichaam gebeurt.”
Door de insnijding van de achtergevel komen salon, eetruimte en keuken allemaal uit op het terras. Binnen is de leefruimte een grote voortvloeiende ruimte. “Het oorspronkelijke huis was opgedeeld in verschillende kleine kamers. Vanwege het zonevrije gegeven hebben we een aantal van de originele muren moeten behouden, wat een vrije organisatie van de ruimtes toch wat beperkt heeft. Het gelijkvloers is zoveel mogelijk opengetrokken en georiënteerd op de tuin, waarbij sobere en sterke materialen eenheid en rust creëren. Het materiaalgebruik versterkt ook de relatie met buiten. Het mooiste voorbeeld is de zijgevel die binnen in de keuken doorloopt. Het lijkt wel alsof het glas er gewoon voor geplaatst is”, zegt Dirk Hulpia.
In het verlengde van de gevel zetten wit- en grijswaarden de toon van het interieur, in combinatie met donkere eik. Beneden strekt een gepolierde betonvloer zich uit over de hele ruimte. Centraal rust een marmeren keukenblok als een sculptuur in de ruimte. Hier en daar zie je het marmer terugkomen, zoals in de nis van de keukenkasten. Zowat al het meubilair is op maat ontworpen. Zo zijn de toegangen naar garage en berging niet zichtbaar vanuit de woning, maar vallen ze weg in maatkasten. Springen nog in het oog: een wijnkast met donker gefumeerd glas, gericht op de eetplaats, en een lange kastenwand die vanuit het salon doordraait naar de eetkamer. “Hier slapen de honden”, glimlacht Hulpia. “De eigenaars hebben geen kinderen, maar wel drie kleine terriërs. De kast heeft extra diepte gekregen om er hun bench in onder te brengen. Via inschuifdeuren kan het volume overdag open blijven staan, waardoor het slaapvertrek van de honden onderdeel wordt van het leven in huis.”
“Tijdens die week ga je zo diep in jezelf. Je vindt een kracht waarvan je niet wist dat je ze had.”
Via een vide die licht trekt in de inkomhal, kom je boven in de chalet. Die is volledig opengewerkt tot in de nok. Centraal bevindt zich een inloopdressing, getopt door een roostering die extra bergruimte mogelijk maakt. De slaap- en badkamer zijn integraal gericht op het landschap. “Hier is het gewenste Ibiza-gevoel waarschijnlijk het best merkbaar”, vertelt Hulpia. “Niet alleen vanwege het onbegrensde zicht op de velden en akkers. Ten opzichte van de dakrand springt het glas meer dan een meter in. Dat is deels om de zon buiten te houden, maar we creëren er ook een overdekt terras mee dat het vakantiegevoel helemaal loslaat op de woning.”
Het lijken wel twee woningen in elkaar: een donkere houten chalet die met beide voeten in een strakke betonnen balk staat. In Laarne renoveerde Hulpia Architecten een verweerde bungalow tot een elegante trompe-l'oeil. “We hebben het oude landhuis geherinterpreteerd en als het ware in een rechte box geplaatst.”
In Plan Magazine 11, foto's Alejandro Rodriguez
Initieel wilden ze boven wonen. Vanwege het fantastische panorama: zover het oog reikt is het landschap bedekt met velden en weilanden. Een jong koppel uit Laarne had enkele jaren geleden een oud villaatje gekocht. Een typische bungalow uit de jaren zestig met een licht hellend dak, klaar voor de sloop. Die wilden ze omtoveren tot een moderne woonst met een hoog Ibiza-gehalte: strak afgelijnde volumes, witte gevels, accenten van breuksteen. “De woning moest een vakantiegevoel uitstralen”, herinnert architect Dirk Hulpia zich. “De context was er in elk geval naar. Alleen lag het perceel ook in zonevreemd gebied. Daardoor waren we verplicht om binnen een bepaalde oppervlakte te bouwen. De leefruimte kon dus nooit naar de verdieping verhuizen. Bovendien verplichte de gemeente ons om het landelijke karakter enigszins te bewaren. Na veel geprobeer en getouwtrek is uiteindelijk het idee ontstaan om twee woningtypes in één gebouw onder te brengen: een langgerekte balk voor de dagdelen met daarop een teruggetrokken volume onder een hellend dak voor de slaap- en badkamer.”
Lichtgrijs imitatiebeton en zwart gebeitst hout scheiden beide delen visueel van elkaar. Van buitenaf lijkt het alsof het oude huis in het nieuwe is geplaatst: de houten lattenbekleding accentueert de vroegere bungalow, die ogenschijnlijk in een rechte moderne box staat. “Kijk, op dit beeld kan je het goed zien”, wijst Dirk Hulpia naar een frontaal zicht van de villa. “De zwarte latjes lopen vanaf het dak gewoon door tot in de balk, waardoor je de contouren verkrijgt van een klassieke zadeldakwoning. Aan de achterkant van de villa gebeurt exact hetzelfde, alleen zijn het daar glas en aluminium die de aflijning van de houten puntgevel volgen.”
Verhoogd wonen zat er dan wel niet in, verheven is de woning wel. Het perceel ligt in waterziek gebied. Bij veel regen is er het risico dat er water binnenstroomt. Het gebouw is daarom enkele tientallen centimeters opgehoogd, waardoor er een plateau ontstaat waarop de woning rust. Aan de voorzijde is het balkvolume bovendien ingesneden. Die insnijding creëert niet alleen een overdekte inkom, ze schenkt het balkvolume een paviljoenachtig aanschijn. Een beeld dat nog versterkt wordt als je om de woning heen draait. Daar is het gebouw via grote glaspartijen opengetrokken richting de tuin en velden. Waar de chalet en het balkvolume elkaar raken, snijdt het gebouw opnieuw naar binnen om ruimte te maken voor een terras met een grote luifel. “In het oorspronkelijke ontwerp vertrok die gewoon vanuit het balkvolume zelf”, werpt Hulpia op. “Jammer genoeg hebben we hem van de gemeente moeten loskoppelen en apart plaatsen. Anders waren de eenheid en het paviljoengevoel achteraan nog sterker geweest.”
“Door te ademen zet je je zintuigen op scherp en laat je de koude toe. Je laat je gedachten los en voelt en absorbeert wat er in je lichaam gebeurt.”
Door de insnijding van de achtergevel komen salon, eetruimte en keuken allemaal uit op het terras. Binnen is de leefruimte een grote voortvloeiende ruimte. “Het oorspronkelijke huis was opgedeeld in verschillende kleine kamers. Vanwege het zonevrije gegeven hebben we een aantal van de originele muren moeten behouden, wat een vrije organisatie van de ruimtes toch wat beperkt heeft. Het gelijkvloers is zoveel mogelijk opengetrokken en georiënteerd op de tuin, waarbij sobere en sterke materialen eenheid en rust creëren. Het materiaalgebruik versterkt ook de relatie met buiten. Het mooiste voorbeeld is de zijgevel die binnen in de keuken doorloopt. Het lijkt wel alsof het glas er gewoon voor geplaatst is”, zegt Dirk Hulpia.
In het verlengde van de gevel zetten wit- en grijswaarden de toon van het interieur, in combinatie met donkere eik. Beneden strekt een gepolierde betonvloer zich uit over de hele ruimte. Centraal rust een marmeren keukenblok als een sculptuur in de ruimte. Hier en daar zie je het marmer terugkomen, zoals in de nis van de keukenkasten. Zowat al het meubilair is op maat ontworpen. Zo zijn de toegangen naar garage en berging niet zichtbaar vanuit de woning, maar vallen ze weg in maatkasten. Springen nog in het oog: een wijnkast met donker gefumeerd glas, gericht op de eetplaats, en een lange kastenwand die vanuit het salon doordraait naar de eetkamer. “Hier slapen de honden”, glimlacht Hulpia. “De eigenaars hebben geen kinderen, maar wel drie kleine terriërs. De kast heeft extra diepte gekregen om er hun bench in onder te brengen. Via inschuifdeuren kan het volume overdag open blijven staan, waardoor het slaapvertrek van de honden onderdeel wordt van het leven in huis.”
Via een vide die licht trekt in de inkomhal, kom je boven in de chalet. Die is volledig opengewerkt tot in de nok. Centraal bevindt zich een inloopdressing, getopt door een roostering die extra bergruimte mogelijk maakt. De slaap- en badkamer zijn integraal gericht op het landschap. “Hier is het gewenste Ibiza-gevoel waarschijnlijk het best merkbaar”, vertelt Hulpia. “Niet alleen vanwege het onbegrensde zicht op de velden en akkers. Ten opzichte van de dakrand springt het glas meer dan een meter in. Dat is deels om de zon buiten te houden, maar we creëren er ook een overdekt terras mee dat het vakantiegevoel helemaal loslaat op de woning.”