© Tom D. Jones
Zowel in zijn leven als werk is Tom D. Jones op zoek naar rust, traagheid en verstilling. Voor zijn nieuwe fotoreeks ‘True Wildlife’ ging de bekroonde Belgische kunstfotograaf gedurende zeven jaar offroad in de Afrikaanse wildernis. Het beklijvende resultaat ligt sinds kort als boek in de rekken. Vanaf 23 september is het ook te bewonderen tijdens een groots opgezette expo in Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke-Heist. “Omdat de foto’s van zo dichtbij genomen zijn, lijk je als toeschouwer oog in oog met de dieren te staan.”
Hij is nog maar pas terug uit Kenia, maar binnenkort zakt Tom D. Jones alweer een week af naar IJsland. De afgelegen natuur in, ver weg van alles en iedereen. “Verlaten plekken trekken me aan”, bekent hij. “Ik probeer de prikkels van het moderne leven zoveel mogelijk te vermijden. Door veel te reizen lukt dat. Ik heb vrijheid nodig. Als kind hebben mijn ouders me ooit meegenomen met de mobilhome. Dat nomadische bestaan, gaan en staan waar je wil, vond ik fantastisch. Met ouder worden ben ik die manier van leven steeds meer gaan omarmen. Zo ben ik ook met kunstfotografie begonnen. Mijn vrouw en ik hebben vijfentwintig jaar een portretstudio gehad op de Lippenslaan. Ik hield me er destijds voornamelijk bezig met de digitale workflow. Op een bepaald moment was ik dat werk ontgroeid. Soms stapte ik ’s avonds buiten en had ik geen daglicht gezien. Na verloop van tijd ben ik beginnen wandelen langs de kust met mijn camera. Door opnames te maken van de zee kwam ik weer op adem. Gewoon beelden schieten van wat me inspireerde, los van een opdrachtgever, opgelegd kader of meningen van buitenaf.”
Als je van Tom D. Jones één ding kan leren, dan wel de kunst om trager en aandachtiger te leven. De Knokkenaar verwierf het afgelopen decennium wereldfaam met zijn beelden van verstilde kustlandschappen. Uiterst bedachtzaam en fijngevoelig observeert hij de wereld om zich heen. Vaak is dat een wereld in de luwte, die hij herschept tot strakke, haast abstracte composities, met een meticuleus oog voor licht en diepte, rust en eenvoud. Met zijn technisch uitgepuurde stijl is de West-Vlaming uitgegroeid tot een van de meest gelauwerde fotografen van ons land. Zowat elke belangrijke internationale prijs schreef hij al op zijn naam. In 2012 schopte hij het als eerste en vooralsnog enige Belg tot Hasselblad Master, wereldwijd een van de meest prestigieuze erkenningen. Daarmee trad hij in de voetsporen van andere grootheden als Anton Corbijn, Albert Watson en Marco Grob. Niet slecht voor iemand die niet graag met zichzelf en zijn werk te koop loopt. “Ik hou er niet zo van om in de schijnwerpers te staan”, glimlacht Jones. “Natuurlijk zijn dergelijke erkenningen leuk. Ze helpen je vooruit, maar ze zijn nooit een doel op zich geweest. Voor mij gaat het om de uitdaging. Ik beoefen graag verschillende facetten van fotografie. Die vereisen telkens een andere technische benadering. Een mooi landschap fotograferen vanaf een statief inspireert me nog altijd, maar ik heb afwisseling nodig om het interessant te houden.”
Die afwisseling vond Jones onder meer tijdens een reis naar Tanzania. Hij raakte er zo betoverd door de uitgestrekte en ongeschonden landschappen, dat hij zich voorzichtig ging toeleggen op wildlifefotografie. De afgelopen zeven jaar trok hij vervolgens door nationale parken in Kenia, Rwanda, Oeganda, Tanzania en Namibië om er het dierenleven voor de lens te halen. Het resultaat van die safaritochten ligt sinds kort in de rekken onder de titel ‘True Wildlife’: een reeks intieme zwart-witportretten, vaak in close-up, van de meest tot de verbeelding sprekende Afrikaanse dieren. Straks zijn de beelden ook te zien in het Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke-Heist. Volgens de fotograaf zelf een ongeziene artistieke wildlife-ervaring. Nagenoeg alle foto’s zijn van dichtbij genomen met standaardlenzen en geprint op groot formaat. De dieren ogen zo levensecht, alsof je ernaar kijkt vanuit hetzelfde perspectief als de fotograaf zelf. “James Nachtwey, de bekende oorlogsfotograaf, zei ooit: ‘Als je werk niet interessant genoeg is, is het omdat je te ver stond. Tijdens dit project heb ik echt de grenzen afgetast. Ik ben besnuffeld door olifanten en heb op twee meter van een neushoorn gestaan. Dat is beangstigend, surreëel en eigenlijk onverantwoord, maar juist omdat ik zo dicht gegaan ben, krijgen de beelden een heel bijzondere dynamiek. De dieren hebben veel meer body. Als toeschouwer voel je hun nabijheid. Het is alsof je er zelf met je neus op staat.”
‘True Wildlife’ draait in de eerste plaats om de onbevangen schoonheid van de natuur. Toch maakt Jones ook een onderhands statement. Hij wilde enkel dieren fotograferen die in totale vrijheid leven. Die wens gerealiseerd krijgen, bleek een logistiek huzarenstukje. Hij ging verscheidene keren op prospectie en bracht maanden door in de Afrikaanse wildernis. “Alles staat of valt met je voorbereiding”, benadrukt hij. “Het is een uitdaging om alles te organiseren: de juiste connecties aanspreken, weten waar je precies moet zijn, offroad permits verkrijgen, je apparatuur op orde hebben en dat zo houden in die stoffige omgeving. Wildlifefotografie is een ontzettend moeizaam en delicaat leerproces. Je mag niets aan het toeval overlaten. Van ’s morgens tot ’s avonds ben je bezig. Shooten, je materiaal reinigen, beelden beoordelen, back-ups maken, je pad bepalen voor de volgende dag. Bovendien kan je niets ensceneren of sturen. Je moet het doen met wat er op het moment zelf gebeurt. In De Masai Mara zitten veel leeuwen, maar je moet ze weten te vinden. Soms zie je dagenlang niets of gebeurt er plots iets onverwachts waardoor je hele planning in het water valt.”
Engelengeduld. Als je als natuur- en wildlifefotograaf iets moet hebben, is het dat wel. Zeker als je van zo nabij werkt als Tom D. Jones. “Het lukt enkel door je afwezig op te stellen”, legt hij uit. “Een dier voelt je aanwezigheid. Zodra je toekomt, is er een zekere spanning. Dan moet je vooral niets willen en afwachten. Sommige dieren lopen meteen weg of worden agressief. Andere zijn juist nieuwsgierig en komen zelf op je af. Maar meestal zijn ze gewoon op hun hoede en vervallen ze na een tijdje terug in hun gewoontes. Ze weten dat je er bent, maar dat je geen bedreiging vormt. Daar kan je vervolgens op inspelen. Veel fotografen benaderen de dieren zelf. Ik anticipeer waar ze naartoe gaan en stel me daar op in. Zo kan ik zelf het kader bepalen en storende elementen in het beeld op voorhand elimineren. Ik apprecieer uitgezuiverde en esthetische beelden: een neushoorn, de grasvlakte, de lucht, niets meer. Door alle randinformatie te vermijden, krijg je veel puurder en rustiger werk.”
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio
Maneuver, Kaplus, More Social, Buroform, Buro Coco, Pretty Big Talks, Newdays, Pegase, Compagnie Het Zoute, BO Magazine, Plan Magazine, Home Sweet Home Magazine, Steenbakkerij Vande Moortel, Oscar V, Aebele Interiors, Betonal, Nylønfabrik, Delicias, Exeptio